Table of Contents Table of Contents
Previous Page  8 / 44 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 8 / 44 Next Page
Page Background

6

van vroeger. Zinnen uit een eerder die dag gevoerd gesprek drijven

boven, pas nu dringt tot je door dat de spreker er zorgelijk, zelfs

droevig bij keek, met welke problemen loopt hij rond, kan ik iets

voor hem betekenen…

Tussentijd is tijd waarin ogenschijnlijk weinig gebeurt. Tussentijd

is ‘lege’ tijd, die ongemerkt volstroomt met herinneringen en fanta-

sieën, met gevoelens en gedachten die, in hun constante stroming

een bedding scheppen, en ons onbedoeld kunnen meevoeren naar

het diepste punt in onszelf, waar we geen man zijn en geen vrouw,

geen leeftijd hebben, geen ‘product’ zijn van erfelijke factoren en

opvoeding, waar ons beroep er niet toe doet, waar vrienden een

volle agenda en vakantieplannen ver weg zijn en waar het lijkt alsof

we één en al oor zijn.

Niet de gerichte blik naar buiten van het oog, nee, we vangen

op. Passief, de stroom van indrukken, gewaarwordingen en

gevoelens stroomt gestaag door – en een enkele keer kan het zijn

dat hierin dan toch één klank plotseling de boventoon of juist de

ondertoon voert. Alsof iemand ons roept. Wakker roept. Alsof

iemand ons bij onze naam noemt en een vraag stelt, waarop we

alleen maar zelf het antwoord kunnen zijn, of worden.

Het kan gebeuren tijdens het ophangen van de was. Tijdens het

snipperen van een ui, het knippen van de heg, het zorgvuldige

schrijven of componeren van een brief (geen app’je!) aan een dier-

bare vriend, het wachten in een lange rij bij de kassa, of in de stoel

bij de tandarts. Zondagsmomenten, waarin je nergens naar op zoek

was, en waarin je soms toch iets vindt. Of de indruk kunt hebben

dat jij zelf gevonden bent, eindelijk.

Juist waar je de wereld even géén beroep op je laat doen, en

je er zelf ook geen beroep op doet, kan de wereld zich in jou

uitspreken, fluisterend, rumoerig, helder, verwarrend, harmonieus,

met snijdende dissonanten die niet worden ‘opgelost’. Maar wie

hierbij koppig weigert afleiding te zoeken, kan gaandeweg toch

die warme grondtoon vernemen die, om een groot woord te

gebruiken, iets uitdrukt van wat onze roeping zou kunnen zijn.

Wat kom ik hier doen? Waar ben ik nodig? Hoe ben ik nodig?

Voor wie wil ik er zijn?

Het is een ervaring die iedereen kent: de stilte voorafgaand aan een

concert is van een andere kwaliteit dan de stilte erna. En het is niet

alleen de muziek die zojuist geklonken heeft, die deze verandering

of metamorfose heeft bewerkstelligd: de aandacht van al die luiste-

rende mensen bij elkaar speelt hierbij een minstens zo grote rol.

Ook hier is in de tussentijd dus iets gebeurd, iets omgevormd,

zonder enig actief denkwerk, zonder ingrijpen, zonder handelen,